Elsevier, 16 juni 2007
Op 11 februari 2004 zijn de drie Nomads doodgeschoten. Vermoedelijk is dit gebeurd in de meetingroom van het clubgebouw en in aanwezigheid van de overige twaalf Angels.
Probleem is dat de exacte toedracht van de schietpartij niet bekend is. Evenmin valt vast te stellen wie er geschoten hebben: de twaalf motorduivels houden de kaken stijf op elkaar.
Medeplegen
De rechtbank veroordeelde hen na een eis van levenslang tot een gevangenisstraf van zes jaar. Motto: jullie waren er bij, dus je bent er bij. Geen van de twaalf heeft geprobeerd de schutters tegen te houden of zich na afloop gedistantieerd. Volgens de rechtbank kun je dan van medeplegen spreken.
Het Gerechtshof oordeelt anders. Er is teveel onduidelijkheid over de vraag wat er waar gebeurd is. Ook valt de individuele betrokkenheid van de clubleden niet vast te stellen.
Het arrest is een premie op zwijgen. Dat de schutters weigeren zichzelf te belasten, is hun goed recht. Maar dat geldt niet voor de ‘onschuldige’ clubgenoten. Zij weten wie er hebben geschoten, maar houden hun mond. Vermoedelijk met instemming van allen zijn de lijken van de slachtoffers in een beek gedumpt. Daarmee zijn zij allen medeplichtig, zou je zeggen.
Onschuldigen
Volgens het arrest kan echter ‘geen rechtsstaat zich permitteren dat onschuldigen worden gestraft. Dat is een grondbeginsel dat óók moet gelden indien het meebrengt dat wel-schuldigen vrijuit gaan.’
Mooie woorden om een uitspraak te motiveren waarin weinig burgers zich zullen herkennen. De vrijspraak van de twaalf Nomads werd door hun advocaten gevierd als een zege voor het recht. Ten onrechte. Het is dieptriest dat drie koelbloedige moordenaars dankzij het zwijgen van hun kameraden zijn vrijgesproken.
En dan dit:
Banken zwijgen in alle talen en worden niet vervolgd. Ik zie de overeenkomsten wél….